ST. SEBASTIAENS- EN 138 apostille daarop gesteld 26 Januari 1612 „seggen daer- op die vande voorsz. Confrérie van St. Joris, dat zy nyet en connen verstaen dat nyet doenlyck en zouden wesen voor die vande voorsz. St. Sebastiaens Doelen in sulcker vougen te timmeren als by die vande voorsz. Confrérie van St. Joris opten 17en February 1610 schrif- telyck verclaert ende geconsenteerd is, Ende dat daer- omme bij de voorsz. Requeste qualyck ende zonder fon dament versocht wort dat de voorsz. timmerage soude mogen voortganck hebben, sonder te letten op de voorsz. verclaringe ende consent van die vande voorsz. Con frérie van St. Joris, Is nyettemin bij die Deecken ende Hooftmans van deselve Confrérie (omme met die vanden voorsz. Doelen van St. Sebastiaen goede vrintschap ende nabuyrschap te continuerengeresolveert ende geconsen teerd dat die twee casijnen staende inde westgevel van den doelen van St. Joris noortwaert op zoo verre verset sullen mogen worden dat die vensters vande selve casy- nen zullen comen gelyckx den noorthouck vande voorsz. westgevel, Ende dat zulcx die huysen by die vanden voorsz. Doelen van St. Sebastiaen te timmeren over die sloot noortwaert vuytgestelt sullen mogen worden, res ponderende tot aende voorsz. casynen, in sulcker vou gen dat t’ prospect vande selve casynen westwaerts vuyt nyet en zal worden belet off verhindert, Ende nopende de reste wort alsnoch gepersisteert bij de voorsz. ver claringe ende consent vanden 17en February 1610. Aldus gedaen ende geresolveert in St. Joris Doelen den 26en February 1613”. Vanwege de goede nabuurschap geeft men dus nog eenige duimbreedten toe. Den 28en Februari 1613 leverde Pieter Bor het ge vraagde advies1) bij de Rekenkamer in: 1) Als voren.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1934 | | pagina 157