ST. JORISDOELEN TE 'S-GRAVENHAGE.
139
„Om U.E. te dienen van advyse opt versoeck aen
U.E. gedaen bij Deecken, Capiteynen, Hooftmans ende
Vendrigs van St. Sebastiaens doelen, heb ick de requeste
ende aengehechte stucken ende caerte gecommuniceert
met die vande confrerye van St. Joris doelen, de
welcke de stucken tot noch toe in handen gehadt heb
ben zonder dat ick voor op gisteren eenich bescheyt heb-
be connen becomen, deurdien de selve niet eendrachtich
en hebben den anderen connen verstaen, hebben alsnu
haer meeninge bij gescrifte overgelevert als aen deesen
gehecht is, ende naer dat ick t’ selve hebbe gevisiteert
ende de plaetse op nieus besichticht ende op alles gelet
dunct mij (onder behoorl. reverentie) dat die vande
conferye van St. Sebastiaens Doelen zo groote preju
dice niet en hebben als zij wel pretenderen, nietemin
om henluyde beyde contentement te geven zouden U.E.
de remonstranten mogen accorderen dat zij tot haren
costen in plaetse van het cruyscasyn staende in het be
neden camerken in de westgevel van St. Joris Doelen
zouden stellen een halff cosijn ende dat zo verre noort-
werts trecken dat het veijnster van t’ selve casyn zal co-
men gelijcks den noorthoeck van voorsz. westgevel, ende
dat sulx die huysen bij de remonstranten te stellen ofte
te timmeren over die sloot noortwaerts wtgestelt zullen
mogen werden tot aent voorsz. halff cruyscasijn, dat
voorts de remonstranten de lichten int westen van den
toorn staende t’ haren costen zullen doen herstellen int
noorden, waer mede mij dunct dat alle het gerieff vande
Confrerije van St. Joris zal cesseren ende oock de remon
stranten behooren contentement te nemen, aengaende
het bovenste licht mede in de westgevel staende daer en
connen die vande Confrerije het interest bij hebben,
also deur de lindeboomen daer het wtsicht en [d.i. niet]
hebben, niettemin indien die vande Confrérie van St.