RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK 22 Wanneer schrijver de conclusies uit het voorafgaande samenvat, dan kan hij vaststellen: 1°. dat onder het tracé van den Rijnweg op Meer en Bosch en Ockenburg zich een weg bevindt uit den Bataafsch-Romeinschen tijd, zoodat zijn hypothese hier mede volkomen bevestigd is geworden. 2°. dat deze heerweg een via terrena, een landweg is geweest. Germanen en Romeinen zullen, gelijk Joseph Hagen in zijn werk „Römerstrassen der Rbeinprovinz” biz. I, XXVI, XXVIII etc. zegt, gebruik gemaakt heb ben van natuurlijke hoogten en waterscheidingen, om daar langs hun wegen te banen. 3°. hoogstwaarschijnlijk is het, dat het deze heerweg is, die op de Peutingerkaart staat aangegeven als loo- pende van Forum Hadriani aan de Maas naar Lugdu- num Batavorum in de duinen, zooals schrijver dezes in zijn studie in het Jaarboek 1925/27 reeds verondersteld had. 4°. dat in ieder geval in den Bataafschen tijd de binnenduinen tusschen ’s-Gravenhage en Monster dicht bevolkt zijn geweest. Voordat deze vondsten gedaan werden was in dit gebied van Bataafsche bewoning nog niets bekend. Waarschijnlijk is het, dat ook reeds vóór den Bataaf schen tijd deze streek bewoond is geweest. 5°. De structuur van het land, zooals de binnenduinen die heden ten dage nog vertoonen, is feitelijk van Ba taafschen oorsprong. In zijn studie in het Jaarboek 1925/27, blz. 26 wees schrijver er op, hoe het systeem van wegen en perceelscheidingen in dit gebied van zeer ouden oorsprong moest zijn; het is óf evenwijdig met de kust óf loodrecht er op. En zulke oude Bataafsche heer wegen als de gevondene moeten voor den opbouw van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1934 | | pagina 37