DE FREDERIKSKAZERNE TE 'S-GRAVENHAGE 79 De Frederikskazerne III. (bijlagen 21 t/m 25; afbeeldingen 1, 2 van ong. 1825 tot ong. 1865. en 3). Na de Restauratie van 1815 werd reeds vrij spoedig en over geheel Nederland met den bouw van nieuwe en de verbetering van vele bestaande kazernes begonnen. Wij verwijzen hiervoor naar ons artikel in de Militaire Spec tator van Februari 1933 (blz. 78, 79 en 84). Tot deze militaire werkzaamheden, welke de Gemeen tebesturen op zich namen ondanks het Kon. Besluit van 26 Juni 1814 (in het slot van hoofdstuk II aangehaald), is wat Den Haag betreft - zoowel te rekenen de bouw der Oranje-kazerne in de jaren 1822’25, 18) als de reeds vermelde vergrooting van de Garde du Corpsstal- len in 1827. Hetgeen over het, in dat jaar met goedkeu ring van Koning Willem I Frederikskazerne genoemde, complex hierna zal worden medegedeeld, is grootendeels ontleend aan de, in het Gemeente-archief berustende: .Notulen van de Vergaderingen van Heeren Burge meester en Wethouders der Stad ’s-Gravenhage”, en in bijlage 21 uitvoeriger en woordelijk daaruit overgenomen. 18Zie voor den bouw en de naamgeving van deze, in Maart 1919 afgebrande kazerne o.a.: F. de Bas, Een bladzijde uit de geschiedenis van de Oranjekazerne (Mil. Spectator 1919, blz. 221) en T. J. Lagerwerf!. De Oranje-Kazerne 24 Aug. 1825 6 Maart 1919 (De Garde van 7 Juli 1934). Na lezing dezer arti kelen is het ons niet duidelijk waarom W. P. van Stockum in zijn boek: 'sGravenhage in den loop der tijden ’s Gravenhage 1911) steeds over de „Willemskazerne” spreekt en evenmin, waar om de „eerste steen” op 20 April 1824 werd gelegd. In de Notulen van begin 1826 (zie 8 Febr., 28 April, 1 Mei, enz.) kan men lezen dat de „Oranjekazerne” spoedig zou worden betrokken door de Artillerie. 24 Augustus 1825 echter was de 9e afdeeling infanterie er reeds in gehuisvest.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1935 | | pagina 100