DE FREDERIKSKAZERNE TE 'S-GRAVENHAGE
83
met Steenkamp’s be-
een wal, een haag om de
21Deze constructie stemt niet overeen
schrijving. Wellicht is dus, inplaats van
manege aangebracht.
Veel wetenswaardigs verschaffen ons de Notulen uit
de 40er en 50er jaren overigens niet. Een voorstel van
den Minister van Oorlog van Maart 1846 om in de
Oranje- en Frederikskazernes brandspuiten te plaatsen,
heeft slechts tot gevolg, dat op het plein der Oranje
kazerne een brandspuithuisje verrijst.
1 Dec. 1848 wordt een rapport van den Directeur van
politie behandeld over de onreinheid der slooten, „achter
de Oranje en Frederikskazernen en bij het Ledig erf” en
in 1849 hebben lange onderhandelingen plaats over een
aanbieding van zekeren heer T h o o f t om „in de Fre-
derikskazerne privaten daar te stellen”.
Nog in de jaren 1851 en 1852 verleent de gemeente
een gratificatie van 25.aan den Onderofficier en de
manschappen, belast geweest met het witten en schoon
maken der kazerne, maar van 1853 af blijkt het onder
houd (en de vernieuwingen) van alle „Kasernen en Stallen
der Gemeente” in het openbaar te worden aanbesteed.
{Zie bijlage 22).
In 1852 logeert een detachement vesting-artillerie in
een deel der kazerne en in datzelfde jaar doet de Kapi
tein, Commandant der Rijdende Artillerie het verzoek tot
het maken van „een open manege, omgeven met een
aarden wal en eenen grond van tuinaarde”. 21
Van 1854 af komen er teekenen dat een nieuwe rege
ling van het kazernebeheer in aantocht is. Immers, in dat
jaar biedt de Kapitein De Leeuw, Eerstaanwezend-
Ingenieur te ’s-Gravenhage, ter voldoening aan een des
betreffende opdracht, den Minister van Oorlog aan „een
„blad met plattegrondteekeningen van de voormalige