DE FREDERIKSKAZERNE TE ’S-GRAVENHAGE
93
De ingediende Reekening omvatte voorts:
80.—.—
BIJLAGE 2.
„BESTEK EN CONDITIËN” Timmetwerk Stallingen Gardes du
Corps gegund 21 Mei 1769 aan Pieter Heijnsius, Meester Timmer
man en Schreijnwerker in ’s Hage voor 16150.(door C. A. von
Wülcknitz en A. T. van Stöcken).
Artijkel 1.
Als de groeven of sleuven voor de fondamenten zeijn gegraven,
zal den aannemer ter lengte en breete van het geheele gebouw
beneeven alle de binne-muren volgens de tekening letter A moeten
leggen denne of greene Cespen 5 a 7 dm op zeijn plat vier voet
van den anderen en onder ijder Cespe moete Heijen 2 Else paaien
68 dm diameeter ider paal tot de vaste grondt in te slaan ter
lengte van 610 vten. den aanneemer sal alle de palen voorz. ten
getaalen van cirka 750 met een loop heij moeten inheijen ter plaatse
voorz. en de nodige pompen of moolens tot het drooghouden der
sleuven moete leveren en gebruijken zoolang tot dat de fondering
volkoome in order gelegt en verbonden is (en niet verder) voorst
moet ijdere Cespe 3 vL lang wesen, en op voorz. Cespe moet den
aanneemer leggen denne of greene platen tweebreete ijder 15 dm
gekantregt, geen naade als op de midde der Cespe te brengen, de
Endelinge plaaten van Eene lengte en de overige Ende en nade
wel in het verbandt en in de waterpas gelegt en aande blokken
genageldt; op alle de voersz. plaaten te speijkeren twee spanribben
breet op zeijn plat met 40 ponde vast gespeijkert; de Cespe vande
eensteens muren behoeven maer 2% voet lang, en de denne plaeten
22 dm breet te weesen.
Nog voor de Verhooging van alle de fondamenten
in den toer de Stoote van anderhalve voet, twee bove-
steen dik daar aan 130.000 bovesteen, voor arbeids
loon en Metriaalen, het duijsent zeeven Guldens 910.-.
Voor het maaken van twee schoorsteenen met haare
Haarden en Pijpn tot buijten het Dak, de pijpen
binnen het dak van dubbelt Metzelwerk; ieder schoor
steen veertig Guldens
Nog voor het maaken van een Brugge met zijn ge
volg, volgens het bestek bedongen475.