DE FREDERIKSKAZERNE TE 'S-GRAVENHAGE 98 leverd, het selve ook nodig mogt so° quaat spint of dooje quasten te plaatsen daar het den aannemer zal aangeweese werden; ook zal den aanneemer 8 pompbakken met losse kappe moete make en leveren en helpe stellen, de bakken van 2 ds en de kapjes van 1 ds eekehoudt. Al 19. Zoo’er Enige duisterheid in dese bestekken mogt gevonden wor den of its naar den sin des aanneemers niet klaar genoeg uitgedrukt, zoo bleijft de interpretatie daar van alleen aan de Heere Besteeders of hare gelasten, die den aanneemer in alles zal moeten respecteeren; En soo’er its mogt vergeeten weesen, dat tot den aert van dit werk behoerde zal den aanneemer nogtans moete maken, ten zij het selve boven de 150 guldens quaam te bedraagen. en formeelen opstellen en metselaer, steenhouwer of smit, bevonde werden. Al 18. Den aanneemer zal tot voerz. werk een ruijm kalkhok voor de metselaars haar kalk moete maaken, 31 voeten lang 16 voeten breet omme de drooge en natte kalk afsonderlijk te maken en te bergen, deze met een houte bodem en overdak voersien, ook sal den aan nemer al het groove steijgerhout moete leveren. Al 17. Den aanneemer zal tot voorz. werk moeten leveren al het hout als bove bij ijder artijkel staat bepaalt; alles sonder Enig en geen kloshout moge gebruiken alles op de boete van 50 glds te verbeuren welke pront van zijne bedonge penningen zullen gekort worden; en het onbestaanbaare daar en boven, voer Zijne rekening moete veranderen, alle de spijkers tot voerz. werk, soo wel als alle de arbeidslonen, drinke- biere voor de knegs, eijge gereetschappe, schuijte en wageveragten c. sal den aanneemer moete leeveren. Al 16. Alles sal den aanneemer moeten inpassen hangen en sluijten, ankere, en koppelen, met zulk ijser werk als hem aanneemer ge en geordoneert zal werden door de Heeren Besteeders of derselven gelasten. Ook moet den Aanneemer alle de maaten mallen leveren soo voor sig selve als voor de waar

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1935 | | pagina 119