DE FREDERIKSKAZERNE TE 'S-GRAVENHAGE
101
Art. 2.
Dan zal den aenneemer alle de dakke moeten indekken, de kielen
en hoekkeepers, wel in snijden, en ter deege vast spijkeren, en dan
de nokke en hoekkeepers moeten vorsten of met lood beleggen naar
genoegen van den Heere Besteeder, en verder van binne en buijten
aanstrijken met goede vette kalk, zoo als goed werk vereischt.
N.B. insgelijks de hooij-solder en Dak-kozijne van boven met
lood beleggen en van weers-kanten langs de pannen.
Art. 1.
Den aanneemer zal, zo haast den Timmerman met zijn kappen
in gereedheid is, alle de gooten, platten, moete leggen en indrijven
en dan het geheele werk op een ordentelijke wijze moeten latten,
en alle de latte boore, en verdagt zijn, dat alle de spijkers voor zijn
Rekening zijn.
Art. 3.
Tot Dit voorsz. werk, zal den aenneemer al het lood hoe ge-
naemd moeten leveren. Tot alle de gooten, platten, kielen, hoek
kepers en nokken, wange, alle de bakken en pijpen, tot de water-
lijdingen, secreeten, ook alle de pompe en pomppijpen, schuijfraam-
loode en generaelijk, al het loot en sondeer, tot het werk Vereischt
wordende met de arbeidsloonen, om het zelve naer zijne aert en
eigenschap op te maeken, als meede met alle de gereedschappen,
zonder onderscheid spijkers, vuur en kaerssen, daar toe nodig, voor
de zomma van (de hondert pondt ƒ9 18voor de honderd
ponden loot, en sondeer door malkanderen met de arbeidsloonen en
gereedschappen, meede daer onder begrepe.
Art. 5.
Voor 't Dekke en strijken, met kalk arbeidsloon en spijkers ijder
Duizend voor de somma van (niet ingevuld; zie Art. 4 - Slot).
Art. 4.
Dan zal den aenneemer tot de dakken moeten leveren beste
blauwe en roode panne, daar het door den Heer besteder zal wor
den geordonneert en de zelve te leeveren met het Duizend.
't Duizend beste blauwe pannen voor de somma van 43
't Duizend beste roode pannen voor de somma van 32
N.B. Art. 5 moet meede onder 't Duizend pannen gereekent
worden.