DE FREDERIKSKAZERNE TE ’S-GRAVENHAGE
114
de Coezijnen
p. m. Oplevering 1 Sept. 1770,
11.
enz.
neuten; zinkputten of kolkgaaten
van anderhalve steens
gedeeltelijk te overwuiven
Art. 9, 10 en
Art. 4. (Helpen stellen van
en beschotstylen).
Art. 5. De Muerren boven de Trasraamen alle van roode Rhijnse
of Ryswijksche hartsteen, alles in en aan malkanderen gewerkt en
verbonden, boven ider koezijn een behoorlijke streklaag te metselen,
één steen hoog en agter deeze streklaagen te metselen boven ieder
koezijn een boog, op de Latteyhouten rustende, en in de muragien
stekende verbonden, en tusschen de Latteijhouten weder volgemet-
selt, zooals nader zal geordonneert worden, alle de buite muerren,
benevens de binne muerren, der manege van boven de beschotplan-
ken tot de bovekant van de binten schoongewerkt.
Aanneemer van hier (dat is een voet beneeden de grond) tot twee
voeten boven de grond, moeten werken een trasraam, van harde
Rhijnse of Rijsewijkse plavij: en verders deeze muerren ophaaien
ter hoogte van vier en twintig voet van den begaane grond van de
Manege, tot onder de muurplaat, ter dikte van drie steenen, en de
contreforten ter dikte van vijf steenen.
Art. 7. In het beneede kamertje, en 't kamertje daar boven, zal
den Aannemer in yder een schoorsteenmantel in den hoek moeten
metselen met een regte opgaande dubbelde pijp drie voet boven de
goot uitstekende, alle de binnenmuerren van het uitstek behoorlijk
volgooijen, raapen, en glad overplijstren; en alle de buiten deur-
koezijnen moeten rollen, met 2% graauwe mopsteenen, in bastart
tras sterk opgeslooten, alle de muragien zal den aannemer moeten
metselen als volgt; drie deelen graauwe Naamse kalk, gemengt met
drie deelen gezifte Schulpkalk en drie deelen vers scherp zand; de
trasraamen met twee deelen graauwe Naamsche kalk, een deel vers
gemaale tras, 2 deelen schulpkalk, en 1 deel vers scherp zand.
Art. 8. De binnegrond van het Gebouw ruim twee voeten op te
hoogen en het trapgat met vlakke klinkert op zijn kant bestraaten.,
Art. 6. (Stellen van binten en
en spuytrijoolen, en verdere rioleering alle
yselsche plavijsteenen en