DE FREDERIKSKAZERNE TE ’S-GRAVENHAGE 115 BIJLAGE 13. BIJLAGE 14. III. BESTEKKEN, REEKENINGEN EN QUITANTIEN rakende het Voorfront van N° 42 tot N° 49 incluis. Segge 660 Bovendien werd voor 21.op 4 Sept. 1771: Nogh aangenomen te maken in het fronton een ronde Raam met glashoutjes en om deselve een lijst van grynehout, gewerkt naar het op te geven profil, de glasraam van wageschot: alsmede te leveren en te prepareren het hout voor de beelthouwerij om de ronde lijst... BESTECKtot het maken van twee houte fonderingen en verdere nootwendigheden voor twee Steene pilaren (verder genoemd: hartsteene heckstijlen) van een Eyserheck aan de Steenebrug voor het voorpleijn der stallen van de Garde du Corps Bestek timmerwerk aan het Voorfront van de Stallen, door den architect P. De Swart 4 Juny 1771 aan Karei van Gulden, Meester Timmerman en Schrijnwerker. Behalve het heiwerk voor het metselwerk van het voorfront (alle de heypalen van Elsenhout, de kespen en planken van Grynehout): In het voorfront te maken volgens de teekening en profilen in 't groot op te stellen alle de lijstwerken dubbelde Eyke 2% duijms deuren met 1% dms paneelen volgens de teekening het leggen van den Inpost, het hangen en sluijten derselve deuren het maken der noodige kasijnen en ramen, het stellen en repareren van de oude kasijnen en ramen het wegnemen van twee dackvensters met het weder toeleggen van het dack, het maken van het fronton met alle het daar aan noodige houtwerk het decken van hetselve, alle het noodige lijstwerk als mede een Cordonlijst het geheele front door gaande op de hoogte van de oude lijst van de Stal, het leggen van de noodige latteijen voor de Zijwangen, en het toeleggen van den solder tot tegen het voorfront en eyndelyck niets uytgesondert dat tot afmaking van sijn werk volgens de teekening behoort en dat met alle den Arbeytsloon en drinkebieren Leverantie van hout en spijkers alles voor de somma van seshondert sestig Guldens.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1935 | | pagina 136