J- DE FREDERIKSKAZERNE TE 'S-GRAVENHAGE 128 11 November. Betreffende het maken van ruiten in de Fred, kazerne. Verschil van de Commissie van bijstand voor de plaatse lijke werken, enz. met den Kapitein, Kommandant der veldbatterij alhier; zaak zelve afgedaan beschouwd, doch de in het antwoord (van 31 October N° 116) van den Kommandant heerschende toon van dien aard, dat den Minister van Oorlog ware bekend te maken met de houding van gemelde Kapitein Kommandant tegen het Ge meentebestuur. Besloten, afschriften der stukken bij missive aan den Minister te zenden, enz. 1859. 18 Juli. Verzoek van Kolonel Kdt. v. h. Regt. Gr. en om op de achterplaats der (Oranje) kazerne voor rekening der Gemeente een inrigting daar te stellen tot badplaats voor ong. 20 militairen, waarvoor het Regiment ter tegemoetkoming in de kos ten jaarl. een bepaalde retributie zou voldoen. Besloten te antw. dat kosten van daarstelling ten laste van den Staat behooren te komen, vermits de wensch van Mil. badinrigtin- gen te bezitten van het Min. v. Oorlog is uitgegaan, dat dit gevoelen overigens nog versterkt wordt door de over weging dat de Gemeenten Amsterdam en Groningen zich reeds krachtig verzet hebben tegen het opleggen der verpligting aan de Gemeentebesturen om voor de kazernering der Militairen te zorgen, daarbij uitgaande van de redenering dat de soldaat, die in dienst van het Gouvernement is, ook van Staatswege verzorgd moet wor denOverigens genegen terrein tot bouwen af te staan, enz. 2 April. MvO. schrijft dd. 29 Mrt. dat de A. K. en Fr. k. niet kunnen dienen om de rijdschool in werking te brengen, maar daartoe „een geheel nieuw locaal en verdere inrigting” wordt vereischt. Vraagt wegens belangr. voordeelen voor Gemeente deze zaak nader in overweging te nemen, enz. 11 April, cf. advies Commissie van bijstand voor de plaatsl. werken en eigendommen, M. v. O. geantw. dat men in de onder neming tot den bouw der Rijdschool door de gemeente niet kan tredenwel bereid een terrein aan te wijzen en af te staan tot plaatsing eener rijschool of wel de Frederikskazerne daartoe zoude willen afstaan, bij aldien de Artillerie naar de Alexanderkazerne kan worden verplaatst, welke eerstgenoemde (de Fred.kaz.) door aanbouwing en verandering met minder kosten zoude k. w. inge- rigt tot het beoogde doel dan een geheel nieuw locaal zoude ver oorzaken, enz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1935 | | pagina 149