I
DE FREDERIKSKAZERNE TE 'S-GRAVENHAGE
132
BIJLAGE 24.
Hebben goedgevonden
en verstaan, te bepalen:
Art. 1.
Onze Minister van Oorlog wordt gemagtigd, van de Gemeente
Besturen, die in voege voorschreven, de aan de Gemeente behooren-
de gebouwen met de daarin aanwezige meubelen als anderzints tot
militair gebruik willen afstaan, de bedoelde gebouwen, meubelen,
enz. Kosteloos in gebruik over te nemen.
OVEREENKOMST van 22 Dec. 1860 tusschen Burgemeester
J h r. Mr. F. G. A. Gevers D e ij n o o t voor de Gemeente
's-Gravenhage (Raadsbesluit van 26 Nov. 1860, goedgekeurd bij
resolutie van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van 12 Decem
ber 1860 N» 6/1en Kolonel J. F. van Hoe ij Schilthouwer,
Buitengewoon Adjudant des Konings, Garnizoens commandant te
's-Gravenhage (machtiging Minister van Oorlog van 22 Nov. 1860
Mil.-Administratie N° 31 B, voor en namens het Rijk) ter uitvoering
van het Besluit des Konings van den zesden Augustus Achttien
honderd zestig N° 22, luidende als volgt:
Wij Willem III, bij de Gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz. enz. enz.
Op het rapport van Onzen Minister van Oorlog van den Tweeden
dezer N° 58 B waaruit blijkt, dat vele gemeentebesturen zich bereid
hebben verklaard, de aan de gemeente toebehoorende gebouwen,
meubelen als anderzints tot dus verre tot het kazerneren der troe
pen, het stallen der paarden en tot magazijnen enz. gebezigd wor
dende, Kosteloos tot militair gebruik af te staan, onder bepaling dat
de gebouwen door het Rijk zullen worden onderhouden.
Gelet op ons besluit van den 13cn October 1859 N° 65, betref
fende eenen zoodanigen voorwaardelijken afstand in de gemeente
Groningen-,
Art. 2.
De alzoo bij Proces-verbaal in gebruik over te nemen gebouwen,
meubelen als anderzints, worden gedurende den tijd, dat zij bij de
Militairen in gebruik zijn, door en voor rekening van het Rijk
onderhouden, hersteld en verbeterd.