EEN VERGETEN CORPS 144 Als het ontstellende bericht van de vlucht van Napo leon van Elba en van zijn zegetocht naar Parijs, dat hij den 20sten Maart 1815 binnentrekt, geheel Europa in opwinding brengt, heeft dit als eerste gevolg voor ons land de proclamatie op 16 Maart van de vereeniging van Nederland en België tot het Koninkrijk der Nederlanden. Dien zelfden dag reeds wordt den troepen de eed van trouw aan den nieuwen Staat afgenomen. Betreffende dit laatste vinden wij in de ’s-Gravenhaagsche Courant van 17 Maart het volgende: ,,Na het eindigen der plegtigheden en de terugkomst „van Z.M. op het Paleis, begaven zich de gezamenlijke „troepen, bestaande uit de Burgerij dezer Residentie, de „bezetting der korpsen zoo infanterie als kavallerie en de „onderscheide korpsen, die zich uit de omliggende steden, „in de vroege morgen herwaarts begeven hadden, naar „het exercitieveld bezijden de Maliebaan, alwaar dezelve „door Zijne Excellentie Gouverneur Graaf van Limburg „Stirum geïnspecteerd en in den Eed genomen wierden, „hetwelke door het eenparig gejuich en geroep „Leve de „Koning!” door gemelde Burgerij en troepen met alle „vreugdeteekenen verrigt wierdt.” Dien dag hebben de Gardes d’honneur weder dienst gedaan, nu bij den Koning, zooals blijkt uit een schrijven van den Commandant van 25 Maart aan den Koning. Overal dringt het besef door, dat het niet uitgesloten is, dat de zoo kort geleden herkregen onafhankelijkheid misschien zelfs met den inzet van het leven verdedigd zal moeten worden. Ook het corps, hoezeer alleen opgericht met de bedoeling slechts bij feestelijkheden en eventueel bij brand of oproer op te treden, kent in deze bange dagen zijn plicht. Den 29en Maart biedt de Commandant de diensten van het korps aan Z.M. den Koning aan. Uit een dat schrijven vergezellende bijlage, inhoudende de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1935 | | pagina 165