OF DOMINICANERKLOOSTER IN DE JAREN 1550-1560 9
tuynen. Deze weg, het oude Nachtegaalspad (nu Park
straat) liep onder de groote poort door naar het Voorhout.
30 April 1594 werd nog een acte verleden, waarbij de
stadsregeering aan Evert Corneliss. van der Stock Groff-
smit verkoopt: „seeckere huyssinge ende erve staende
ende gelegen in de cloostere genaempt de predicaeren int
Voorhout beginnende vande oost binnen scheymuyre
onder de soldere inde camere bewoont bij Bartholomeus
van den Bosch streckende tot int oosten mitten opgaende
gevel aenden Dennewech begrepen drie cameren beneden
ende mitten opganck vande trap mittet secreet (comptoir)
streckende noorden ende den vuytganck achter opt erve
mitten westersschen tuyn doer de grote poorte sulcxs die
affgepaelt es
Het betreft hier den verkoop van den geheelen noorder-
vleugel van het Convent, die een opgaande- of trapgevel
had aan den Denneweg (de tegenwoordige Kazerne
straat).
Bij den verkoop werd bepaald, dat het huis noch door
den kooper noch door een der latere bezitters, 't zij geheel
of gedeeltelijk mocht worden afgebroken. Dit sloeg voor
namelijk op het gedeelte waar de Staten-camer zich be
vond. Tusschen de West- en Oosttuinen moest ten
eeuwigen dage een vrij rijpad blijven (het latere Nachte
gaalspad nu Parkstraat). De gang komende van ’t Voor
hout onder de Statencamer door (boven de poort) zou
dezelfde breedte moeten behouden, te gebruiken voor
paard en wagen. Philips Doubleth, toenmalige bezitter
van den Oostwaertschen bogaert Van 't Convent zou
recht van doorgang hebben. Met dezen gang wordt be
doeld de latere Kloosterkerkstraat, nu het smalle begin
van de tegenwoordige Parkstraat.
De ingangspoort van het Convent, een vrij groot
gebouw met verdieping, heeft met de aangrenzende ge-