OF DOMINICANERKLOOSTER IN DE JAREN 1550-1560 11
7) Zie Jaarb. van „die Haghe”: 1907 biz. 368.
Hier wordt dus bedoeld het hoekhuis staande op het
Voorhout en den weg naar den Denneweg (nu de Kleine
Kazernestraat). Ten Noorden vond men dus een door
gaand gebouw met opgaanden(trap) gevel aan den Den
neweg, hiervoor reeds besproken. In dit gebouw was de
„Gastcamer” of het vreemdelingenkwartier van het
Klooster. Ten Westen was de nog bestaande Klooster
kerk met een ten Noorden daaraan sluitend gebouw,
waarin het refectorium of eetzaal der monniken was. Van
dit gebouw bestaat nog heden een muur 7met fraaie
blindvensters, die echter aan het oog onttrokken zijn,
daar de muur gebruikt is als één der zijden van een later
daar tegenaan gebouwden opstal. Ten Oosten liep de
weg naar den Denneweg, (tegenwoordig de kleine Kazer
nestraat die met de groote Kazernestraat sinds de oudste
tijden de Denneweg genoemd werd en in den tegenwoor-
digen Denneweg uitkwam. Ten Zuiden lag het Voorhout.
Aan het slot van deze beschouwingen wil ik de hoop
uitspreken met mijne studie aan de topografische ge
schiedenis van het 16e-eeuwsche den Haag een ontbre-
kenden schakel te hebben toegevoegd. Moge ik de over
tuiging gewekt hebben, zooal een hypothese, geen fan-
taisie geleverd te hebben.