HONDERD JAAR UIT DE KRONIEKEN 13 geteekend portret van Baron W. Snouckaert De oorspronkelijke oorkonde, met een Keizer Karei, berust in het huisarchief van van Schouburg. Met dezen overledene bedoelde hij zijn broer Willem Snouckaert, die zich de laatste jaren van zijn leven in een proces gewikkeld zag over het bezit van den Binck- horst. Hangende dit geding stierf hij, het aan zijn broers Jacob en Maerten overlatend, de zaak tot een goed einde te brengen. Maerten,Willem en Jacob behoorden tot eenVlaamsch geslacht. Willem was de eerste, die zich in Holland ves tigde. Hij stond bekend als een geleerd en bekwaam man, die Keizer Karei en vooral Maria van Hongarije vele diensten bewezen had. Belast met allerlei opdrach ten reisde hij half Europa door, nu eens naar Augsburg, dan weer naar Madrid. Wat meer rust bracht hem zijn benoeming tot raad-extra-ordinaris in den Hove van Holland. Zijn trouw en bruikbaarheid beloonde de Kei zer in 1544 met een verheffing tot paleisridder; ook Maerten deelde in die eer en ontving zelfs heerlijke rechten voor zijn nieuwe heerlijkheid Zomerghem. 1) In zijn dagboek beschrijft Maerten deze gebeurtenis als volgt:„Mijnbroeder ontboot mij teBrussel daer ick reesde omme sanctorum ’44. Hij verkreeg daer van Keyser Carolus letteren van palatinatus ende ridderschap voor elc onser. Ende nobilitatie zo dat onse familie ghehouden was voor edel.” Willem's geleerdheid vond een erken ning in zijn aanstelling tot bibliothecaris van de in 1531 gestichte librarye. Veel schijnt de Vlaming zich niet met zijn Holland- sche omgeving te hebben ingelaten; blijkbaar juist ge noeg om in kennis te komen met Joost Pous van den Binckhorst en zijn dochter Johanna. Deze kennismaking

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1935 | | pagina 25