25 VAN DEN BINCKHORST De andere helft had hij dan aan Jacob toegedacht. Midden in de beraadslagingen bereikte hen het bericht van Willem’s heengaan. Maerten aanvaardde toen de erfenis onder beneficie van inventaris en droeg Jacob op, de besproken maatregelen in praktijk te brengen en een overzicht van de schulden en baten samen te stellen. Om moeilijkheden te voorkomen lieten Maerten en zijn huis- vrouwe voor burgemeester en schepenen van Brugge een volmacht voor Jacob opstellen. Aldus gewapend trok hij naar Holland. Hij zocht en vond spoedig contact met Lodewijk Pous, maar deze weigerde op het aanbod in te gaan. Daardoor zag Maerten zich genoodzaakt het Hof van Holland uitstel te verzoeken en inzage van de papie ren het proces met Josijna rakende. Jacob werkte intusschen ijverig aan de afdoening van de loopende zaken. In Juni had hij den Binckhorst op Maerten’s naam doen overschrijven en de gebruikelijke formaliteiten in zijn naam verricht. Begin October was hij ver genoeg gevorderd om met een volledig overzicht van de geldelijke aangelegenheden naar Brugge te kunnen af reizen. Als gevolg van de wijdloopige besprekingen en berekeningen kwam men overeen, dat alle Hollandsche bezittingen van Maerten op Jacob zouden worden over gedragen met het recht er naar behoefte van te mogen verkoopen. Dat recht kreeg Jacob echter niet ten opzichte van den Binckhorst. De aandeelen der anderen in de erfenis zou Maerten uitbetalen, terwijl Jacob daartegen over beloofde hem een rentebrief te geven ter voldoening van datgene, wat hij bij deze regeling boven zijn aandeel ontvangen had. Enkele dingen wilde Maerten uit de nalatenschap voor zich behouden en we vinden dan ook in zijn dagboek de volgende aanteekening onder het hoofd Rekeningen:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1935 | | pagina 38