XVIIe EEUWSCHE PLAN-TEEKENINGEN
38
Het lijkt vreemd, dat men tegelijkertijd een uitvoerig
vestingstelsel met bastions ontwerpt en tevens een zeer een
voudige omgrachting. Bovendien wijken de roode lijnen,
die nauwelijks zichtbaar zijn, zoozeer af van de verdere
teekening, dat zij zeer goed door een ander en later kun
nen zijn aangebracht. De kaart kan dus ook vóór 1614 zijn
ontstaan. Niet véél vroeger echter, aangezien, zooals de
schrijver opmerkt, de Turfmarkt daarop is aangegeven
en reeds is bebouwd, hetwelk op een ontstaan na 1610
wijst. Tot vóór 1610 kan zij dus niet worden terug
gebracht.
De verzekering, dat deze kaart I nu stellig het origi
neel is, lijkt mij uitermate zwak gefundeerd, zelfs wan
neer men de kaarten zelf nog niet bestudeerd heeft. En
wel om twee redenen.
Vooreerst omdat er kort na 1610, midden in het
Bestand, geen enkele aanleiding bestond om tot het
aanleggen van een versterking over te gaan. Dr. Moll
erkent dit in zijn artikel; hij komt dan tot de veronder
stelling, dat een ondernemend strateeg het plan ,.zoo
maar” gemaakt heeft en aan de Haagsche magistraat
heeft aangeboden. Mij dunkt, erg waarschijnlijk klinkt
dit niet!
Belangrijker is echter, dat de schrijver het jaartal 1603,
dat zoowel op II als op III voorkomt op I bevat de
rechter cartouche geen inschrift eenvoudig als niet
geschreven beschouwt en daaraan in het .geheel geen
aandacht geeft. Dit lijkt bezwaarlijk te verantwoorden.
Te minder, daar wij weten dat slechts korten tijd vóór
dien, in 1600, Prins Maurits de kwestie van de verster
king van Den Haag aan de orde heeft gesteld: hij achtte
het wenschelijk, dat voortaan voor de bescherming van
het vlek geen troepen meer aan het Statenleger zouden
behoeven te worden onttrokken en dat de inwoners zelf