I
i
I.
EEN STRIJD OVER HET GEBRUIK
48
i
t
4'
i
men tijdens den
„Auf der Orgel soil man die beste geistlichem Ge-
sange schlagen aber keine weltliche Lieder hinfort”.
Zoo bleef men zich in de Protestante kerken in
Duitschland van het orgel bedienen.
Ook in Engeland, waar de Hervormden zooveel ge
bruiken van de Roomsch-Katholieke Kerk handhaafden,
bleef in het algemeen het kerkorgel behouden. In Zwit
serland en elders, waar men zich aan de strenge leer
van Calvijn hield, werd veelal de orgelmuziek uit de
kerken geweerd en werden zelfs de orgels vaak afge
broken.
In de Zuidelijke Nederlanden heeft
Beeldenstorm vele orgels vernield.
,,De orgelpijpen van de uitgeplunderde Lieve-Vrou-
wenkerk te Antwerpen klonken te Gent langs de straten
om daar den aanval tegen de prachtige St. Bavo te
blazen’.
En ten onzent?
Hier bleven tijdens den Beeldenstorm de orgels veelal
gespaard, soms dank zij de zorg van de stedelijke over
heid. Zoo beriep de magistraat van Middelburg zich
in haar verantwoording aan Koning Philips er op, dat
ze de kerkorgels in haar stad had weten te redden.
Dit behoud van de orgels in onze Hervormde kerken
sloot echter niet in, dat men ze tijdens den eeredienst,
toen het gemeenschappelijk psalmgezang was ingevoerd,
ook gebruikte. Integendeel: reeds de Provinciale Synode
te Dordt in 1574 sprak zich beslist tegen zulk een ge
bruik uit. Die Synode bepaalde: „Aangaende het spelen
der Orgelen in de Gemeenten houd men, dat het gansch
behoort afgheset te wesen, volgens de leere Pauli
I Cor. XIV 19
Nog verder ging men op de synode, die vier jaar
later, eveneens te Dordrecht, gehouden werd en waar