NOG IETS OVER BOAS 63 Hieruit blijkt voor de zooveelste maal, in welk een hooge achting Boas stond, maar tevens dat aan den door mij op blz. 136—137 in genoemd Jaarboek mede- gedeelden brief grootere historische waarde mag worden toegekend dan ik voorzichtigheidshalve eerst meende te mogen doen. Ook wat in genoemden brief vermeld staat over de verhouding tusschen Koning Stanislaus Augustus en Boas is door den Koning zelf bevestigd. In München is n.l. eenige jaren geleden verschenen een boek getiteld: „Die Memoiren des letzten Königs von Polen Stanislaw August Poniatowsky". Koning Stanislaw was geboren in 1732 en was van 1764 tot 1795 de laatste koning van Polen. Hij had zijn memoires in het Fransch geschreven, die in 1914 gepubliceerd zijn en, zooals ik zeide, later in het Duitsch vertaald. In zijn jeugd had hij groote reizen gemaakt en in 1753 ook Den Haag bezocht en hij vertelt daarover, dat hij bij Kanderbach, den gezant van Saksen, kennis had ge maakt met Suasso, die hem bewijzen van groote gene genheid toonde, toen deze bemerkte, dat hij jodenver volgingen afkeurde en in het bijzonder het verbranden van 11 joden in Polen op bevel van Bisschop Soltyk. Bij deze gelegenheid wees Suasso Poniatowsky op een bul van Paus Maarten V, die zich ook sterk daar tegen kantte. Op zijn terugreis uit Engeland was hij weder in Den Haag en, daar zijn geld op was, verzocht hij Kander bach te trachten wat voor hem te krijgen, opdat hij naar huis zou kunnen reizen. En een uur later bracht deze hem 300 dukaten die hem op Kanderbachs voorspraak door den jood Tobias Boas verstrekt waren. „Aan dit

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1935 | | pagina 81