DE FREDERIKSKAZERNE TE 'S-GRAVENHAGE
67
gebouw aan vleugels voor officierslogies bezaten. B 1 i d o r, die in
zijn boek: „La science des Ingenieurs dans la conduite des travaux de
fortification et d'architecture civile" (Parijs 1729) van die kazernes
afbeeldingen geeft, vermeldt bovendien dat voor Cavalerie-kazemes
vooral zich leent „une grande Cour entourée de Batimens”. De
Cavalerie immers „a besoin d’une Cour pour le service joumalier
des Chevaux”.
Nassau-Domeinarchief, fol. 1289., Bundels: Bestekken, Reeke-
ningen, Verificatien en Bescheyden, Behoorende tot de Reekeninge
wegens den Bouw der Stallingen, Manege en Smeedereij voor het
Escadron Gardes du Corps, van No 1 tot No 57 incluis: over-
gegeeven den 31 Julij 1772.
In 1827 werd de kazerne tevens voor logies van onder
officieren en manschappen ingericht en kreeg zij haar
tegenwoordigen naam. De grondvorm is ook bij de latere
verbouwing behouden gebleven.
In het hierna volgende overzicht zal bij den bouw zelf
het langst worden stilgestaan. In de bijlagen zijn de
afschriften van de belangrijkste bestekken opgenomen,
welke met de bijbehoorende verrekeningen, doch helaas
zonder een enkele teekening, in het Algemeen Rijksarchief
berusten. 4)
Wat in den Franschen tijd met de kazerne plaatsgreep
is ons niet in alle opzichten duidelijk geworden; de uit
dien tijd afkomstige archiefgegevens vereischen nog aan
vulling en een nadere bestudeering.
De Notulen van de Vergaderingen van Heeren Burge
meester en Wethouders van ’s-Gravenhage over de jaren
1825 tot ong. 1860 bewezen een belangrijke bron te zijn
om, met hetgeen de betrokken Genie-archieven bleken op
te leveren, een aaneengeschakeld verhaal te kunnen
samenstellen van de verbouwingen en bewoning der
kazerne in dat tijdvak en de jaren, daarop onmiddellijk
volgende.