DE FREDERIKSKAZERNE TE 'S-GRAVENHAGE
71
den Opzichter
Pieter Heynsius
3°. Het „Lootgieters
4°. Het leveren van
weinig comfortabelen uitweg naar de Frederikstraat be
zitten. 7
Laatstgenoemde koop beliep een som van veertien -
„honderd guldens over kooppenningen en zeeventig gul-
„dens (alzoo 5 van de koopsom) over rantsoen-
„penningen”.
Wellicht is in dit verband van belang, dat het bureel der
Genie en de stallen voor verdachte paarden in 1884 werden ge
bouwd op een terrein, in dat jaar van de Gemeente 's Gravenhage
in erfpacht ontvangen, toenmaals kadastraal bekend Sectie P No
4918, groot 5 A, 61 cA en deel uitmakende van de zg. Zieken
weide. In 1882/’83 was de voormalige smetstal (tegen den Zuid- of
achtergevel der Manege aangebouwd) verbouwd tot woning voor
D - van Fortificatiën. (Register der Genie, 's Graven
hage).
8) Dit bestek is in de bijlagen vóór dat van het timmerwerk op
genomen, in het dossier volgt het daarop.
Uit de dateering der vorenaangehaalde koopcontracten
bleek reeds de volgorde, waarin de bouw plaats had, nl.
dat die van de stallen aan den bouw der manege vooraf
ging.
De in het Alg. Rijksarchief bewaard gebleven bestek
ken toonen aan dat tegelijk met de manege de smederij
werd gebouwd.
Van deze bestekken zijn, deels als uittreksel, in de
bijlagen 1 t/m 18 dezes opgenomen die betreffende:
I. De Stallen.
1 Het „aardewerk” en metselwerk 8 Mei 1769 aange
nomen door L. Elfring voor 12560.8)
2°. Het timmerwerk, 21 Mei 1769 aangenomen door
voor 16150.
en Dekkerswerk”;
het noodige „eijserwerk”;