BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH. 92 Komen menschen in Den Haag uit een huis waar een pestlijder verpleegd wordt op andere dagen dan markt dagen binnen zes weken, dan moeten zij ook „hebben een witte roede van anderhalff elle lanck in de handt”. Op 9 Juli 1557 kondigen baljuw, schout en schepe nen een nieuwe keur af tegen de pestilencie, waarin ge straft wordt met een boete van X en een jaar verban ning uit Den Haag en Haagambacht al wie uit een andere plaats in Den Haag komt ,,mit melck, wey, suvel, vleys ofte speek, andere proviande, boeter, kaese of anders ofte oick mit eenige mobile goeden ofte cleederen omme die te vercoopen ofte andersints te bergen, hetzij binnen de weecke ofte op eenige marctdagen, daer binnen ses weecken eenige sieckte van den peste ofte sterfte binnen den huyse geweest es”. Met dezelfde boete en verbanning worden gestraft de genen, „die hem vervorderen sullen eenige siecken tsij man, wijf ofte kinderen daere de siecte van peste es, te brengen hier in den Haige ofte Haechambacht”. Als buurluyden of hun kinderen buiten Den Haag gaan in een huis waar een pestlijder is „sullen zij ge houden wesen aldaer te blijven sonder in den Haege te coomen binnen den tijd van drie maenden naedat zij hem aldaer begeven sullen hebben opte boete ende cor rectie als boven’’. Men ziet, de bepalingen zijn strenger geworden en de straffen meer dan verdubbeld. Op 17 Augustus 1562 2hernieuwt en vermeerdert de Magistraat een keur van 4 Augustus 1531 „alzoe hen tot kennisse gecomen es, dat seeckere persoenen, zoe inwoonders van den Hage als anders hen transportee- ren in eenyge plaetsen ofte steden ten huysse aldaer die Gemeente-archief O.a. 1361 II fol. 45. s) Gemeente-archief O.a. 1361. II fol. 44 en vlg.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 100