BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH.
98
J) Dit hek wordt ook genoemd Hofboek 1512 blz. 284, fol. 8vs.,
Hofboek 1561 blz. 383, fol. 16. We komen er op terug in het hoofd
stuk over het verkeer te land en te water.
wandelen mogen en waarbuiten ze niet mogen komen.
„Welcke ziecken van den leproeshuysse voors. nyet vor
der en zullen moeghen gaen noch staen buyten dan bij
consent van den meesters voors. dan tot het hec 1toe
teynden der siecken kaede bij de Spoye ende voerts zuyt-
waerts tot ande Raede Molen toe ende verder nyet op
correctie van den meesters.” Dit gegeven is zeer belang
rijk in verband met andere feiten, doch daarop komen we
zoo aanstonds nader terug.
In het huis mogen alleen opgenomen worden inge
boren buyrluyden van der Hage ofte inder jurisdictie
wonende daer contract by onssen advyse meede gemaect
es ende inder selver plaetsen woenachtich zijn geweest
den tijt van vijff jaeren ofte meer als buyrluyden ofte die
binnen der voors. plaetsen gebooren zijn van vaeder ende
moeder”.
Wiens goederen minder waard zijn dan honderd pond,
diens goederen zullen bij zijn dood aan het Leprooshuis
blijven; van wat de nalatenschap van gestorven leprozen
meer bedraagt dan honderd pond, daarvan ontvangt het
Leprooshuis een derde deel, de erfgenamen twee derde.
Als iemand opgenomen moet worden die „gheen goet
en hadde”, dan moeten zijn vrienden „ofte die goede luy-
den” voor hem bij elkaar brengen „een bedde mit een pelu-
we, een oercussen, een gevoerde deecken met vyer slape-
laeckenen, een tinnen pispot, een tinnen kanne, een tinnen
cop mit twee ooren ende een stoel voor tbedde ofte zes
carolus guldens daervooren, welche parcelen van goeden
hij ofte zij wederomme vuyten voors, huysse sullen