LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW 105 den leproeshuysse het middageten Over de grootte :l) Over de grootte van Haagambacht, waartoe ook Nieuwveen behoorde, zie mijn studie over Die Haghe, Jaarboek 1924 blz. 73 en 74. dende voor alle den weldoenders van voors. op gelycke peyne als boven”. En als deze straf niet helpt, nl. van zich ontnomen te zien en ze toch in hun godsdienstige plichten negligent blijven ,,die zullen den meesters moe- ghen setten te waeter ende te broede”. Wie sterk genoeg geoordeeld worden om te vasten ,,die zullen tot Paesschen, Pynxter ende Kersdaghe ten heylighen sacramente gaen”. Wie van de leprozen nu „brueckich waere” tegenover al deze bepalingen in het reglement vervat ,,die soude tleproeshuys zes weecken lanck ruymen, zoe dickwils hij tselfde misbruyct hadde”. Maar wie, ondanks deze straf, toch voortgaat de regle menten te overtreden ,,die soude men vuyt den zieck- huyse setten ende tot gheenen daeghen weder laeten in- commen” met algeheele verbeurdverklaring van al zijn goederen, die hij in het leprooshuis had. Tot besluit bevestigt de Magistraat het Leprooshuis nog eens in alle voorrechten, die het had, te weten: „alle weecke een beede deur den Hage die naar ouder gewoen- ten ende haercommen bij den dienstbooden van den zelven leproeshuysse gebeeden ende gegadert zal worden”. En voorts mag er een bus „een peticiebort in den kercke al- hyer, tot Scheveninghe, tot Eyckenduynen ende Noot dorp onder den gementen van den Nyeuwenveen staende, onder Haechambachte gelegen1) ende aldaer te kercke beboerende” geplaatst worden, opdat de kerkbezoekers daarin hun liefdegaven voor het Leprooshuis kunnen offeren. Op den 18en Augustus 1562, den dag, waarop de zoo

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 113