BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH.
114
II blz. 22.
ende gecommitteert sullen worden, die welcke ende an
ders gheen sullen voeren voer advys „Met Geneuchte”.
Vermoedelijk zal dit besluit genomen zijn, omdat in
dezen onrustigen tijd de Magistraat de rederijkers beter
onder controle wilde hebben.
Want zij bepaalt nu verder, dat aan „Met Geneuchte”
een localiteit in het stadhuis zal worden toegewezen, lig
gende tegenover de secrete kamer van baljuw, schout en
gerecht, om daar haar oefeningen en repetitie’s te houden.
Als echter de Magistraat vergadert, mogen de rederijkers
in het hun toegewezen locaal niet aanwezig zijn. Tevens
wordt den gezellen op het hart gedrukt „scherp toesicht te
hebben up vyer ende lichte, dat sij daer sullen gebruy-
cken”.
De organisatie van de Kamer wordt in dit octrooi aan de
gezellen tevens voorgeschreven. Zij moeten „onder heur-
luyden kyesen eenen keyset, cancellier, deken, facteur,
die haer goetduncken sullen, welcke cancellier ende deken
in absentie van den keyset in zijne plaetse sullen staen”.
De veronderstelling, geuit in het artikel over de Rede
rijkers in de Mededeelingen 1dat men na de afzwering
van Filips de destijds zoo gehate namen van koning en
prins heeft vervangen bij de rederijkers door die van keizer
en deken, blijkt dus geen steek te houden.
Er zal verder scherp toezicht worden gehouden door
de Magistraat, wie de gezellen in hun kamer toelaten,
’t Is hun streng verboden „gheen gesworen broeder noch
broeders van minne inne te nemen noch in de camere te
ontvangen, dan bij expres consente ende belyeven” van de
magistraat. Een bepaling dus in het belang van de goede
orde en zedelijkheid.
In dit octrooi wordt verder bepaald „item sullen by den