-
118
BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH.
allerlei plaatsen in
aantal
de artikel over de Haagsche Rederijkers ook mededeelt
telkens treffen we in de rekeningen van den thesau
rier van Den Haag gedurende dezen tijd uitgaven aan
ten behoeve van deze Kamer en worden ons allerlei bij
zonderheden over de uitvoeringen en het optreden van
de Haagsche rederijkerskamer meegedeeld.
Geregeld betaalde de Magistraat jaarlijks allerlei on
kosten voor „Mit Geneuchten De rederijkers vertoon
den in hun spelen de een of andere glorierijke gebeurtenis
uit de Vaderlandsche Historie van die dagen, b.v. de ver
overing van Breda, van Nijmegen, de inneming van Coe-
vorden en zij gaven hun liederen en refreinen daarover ten
beste. En het was de Magistraat, die hen daarvoor be
loonde en hun onkosten vergoedde.
Ja, „Mit Geneuchten” ging zelfs naar
ons land, om daar haar spelen te vertoonen en op te voe
ren en haar liederen en refreinen ten gehoore te brengen.
Zoo ging de kamer naar Zandvoort, Leiden, Monster,
Schiedam etc. en dan was het de Magistraat, die aan de
Kamer de reiskosten betaalde en de vertering bekostigde
en de kosten voor aanschaffing van allerlei benoodigd-
heden droeg.
Zoo vinden we bij Van den Bergh uit de thesauriers-
rekening van 1596/97 de volgende post (fol. 187) ver
meld: „Idem de somme van 46 hemluyden toegevoucht
tot teergelt van den intre te doen met hemluyder camere
tot Leyden en alle vordere costen daer mede te vervullen,
zoo int gaen alswederkeeren”en fol. 194„Idemdesomme
van 78 omme daer mede te betaelen diversche verwen,
pinselen, oudt lijnwaet, pampier, foilge ende andere stof
fen ende nootlicke oncosten, bij hemluyden gedaen tot
ciraet van heur cleedinge op ten intre van heurluyder
earner van rhetorica binnen Leyden”.
Ook wordt door de Magistraat gedurende een