LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW
129
9
Kermis.
De Haagsche kermis is immer een feest geweest van
groote volksvreugde. Oorspronkelijk is zij gehouden in
het laatst van Juli, voor en na de groote kerkmis ter eere
van Sint Jacob, wiens naamdag valt op 25 Juli. Want zoo-
als alle kermissen is ook de Haagsche ontstaan uit een
feestelijke kerkmis, waarop dan uit den verren omtrek
de kooplieden naar Den Haag trokken om dan in allerlei
kramen hun waren te verkoopen. Dan heerschte er een
groote drukte in de plaats, jaarmarkt en feestelijke kerk
mis brachten ongewone bedrijvigheid, die zich ook weer
in allerlei feestvreugde moest uiten. De oude grafelijk-
heidsrekeningen vertellen ons dan ook, dat de kermis ten
tijde van de Sint Jacobskerkmis viel „Sonnedag XVIII
dage in Julio alst kermiss was in de Hage" 4). Ook de
graaf en het hof deelden in de feestvreugde. Van de hof
kapel werd de vlag uitgestoken „betaelt Jacob van Mijne-
com van een vaen, die men ter capellen uthanget, alst
kercmisse is”2); „betaelt voor V ellen roet vollekraens
ende voir een ellen linden lakens, dair men een vaen of
maecte in mijn genadichs heren cappelle ae besigen, alst
kermiss is.” 3)
Willem de IV heeft in 1407 deze jaarmarkt verplaatst
naar Mei, acht dagen voor en acht dagen na den Heili
gen Kruisdag en er tevens nog een paardenmarkt bij
ingesteld.4) Sedertdien werd de kermis in Mei gevierd.
Ook in het najaar werd er kermis gevierd, de z.g. Sint
Bavokermis, die meer speciaal de Haagsche kermis werd
'j Grafelijkheidsrekening 13941395 fol. 85. Zie ook de Mede-
deelingen blz. 249 en 250.
2) Rentmeestersrekening van Noordholland 1397 fol. 41.
3) Idem 1415—1416 fol. 40.
4) Zie mijn studie Die Haghe 1924 blz. 241 en vlg.