LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW 147 datter een ghemeen clockegeslach geslagen worde” moeten de schutters onmiddellijk met den baljuw er op uittrekken. Ze hebben in de Groote Kerk een altaar, gewijd aan hun patroon, Sint Sebastiaan en zijn verplicht op den naamdag van hun heilige ter kerk te komen. Nu moeten zij nog het consent hebben om gebruik te maken van het oude doelterrein. Dit krijgen ze op 2 Mei 1538 van het Hof van Holland, i) Zij mogen één doel maken ,,an de oostzyde van de handboechsdoelen nef- fens die sloot, die loopt tusschen die voetboochsdoelen ende die hantboechsdoelen voorscr., daer men bequame- lichen mitten bussche inne sal mogen schieten, van der noerden nae tzuyden, tselve sterck nemende mit steenen schermen ende huyskens op beyden eynden, gelyck alst behoordt ende te Delft ende elders gemaeckt es. Er ontwikkelt zich echter in den loop der jaren een geest van verzet bij de Cloveniers waarschijnlijk om dat ze, naar het voorbeeld van het vroegere gilde, ge heel en al vrij wilden wezen. En dit verzet uit zich dan in 1544 daarin, dat ze weigeren ,,in de processie van de kermisse”, d.i. de Heilige Kruisprocessie, mee te loopen, bewerende, dat zij niet gebonden waren de be velen van den baljuw in deze op te volgen. 2) De baljuw en het gerecht richten zich in deze kwestie tot den landsheer en deze kondigt een nieuwe ordon nantie voor de schutters af, op 28 November 1548. De voornaamste bepalingen daarin zijn, dat de schutters verplicht zijn bij het aanvaarden van hun functie, den eed af te leggen in handen van baljuw, schout en ge recht en trouw moeten zweren aan de ordonnantie en dat elk jaar op Sint Sebastiaansdag door deken en Idem fol. 109vs. 2) Papieren Register. Ordonnantie 28 November 1548 fol. 373.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 155