LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW
161
tselve beest
11
de penninckwaerde te vercoopen ende te slijten ende
achtergebleven moegen wesen sonder te weten de reden
waeromme ende want die marct alhier dagelyexs vergaet
ende tvleys tot een hooge prijs bij de vercoopers gestelt
wordt, soe dat tgerecht daerinne behooren te versien met
alle behoirlicke manieren, sulexs dat die buyren tot eenen
reedelicken prijs hem gerijff moegen gecrijgen, hebben
daeromme geordonneert ende ordonneeren mits desen,
dat alle de vreemde luyden up de vrye marct van der
iveecke ende Saterdachs met haer vleys alhier sullen
moegen comen" etc.
Dat deze vrije markten bijzonder druk waren, blijkt
wel uit het feit, dat uit het gansche omliggende gebied
de kooplui met hun waren kwamen en de Magistraat in
1614 een uitgebreide ordonnantie moest vaststellen,
waarbij aan de verkoopers van tin, linnen, boter, kaas,
eieren, hoenderen, duiven, vleesch, wild, bezems, bor
stels, aardewerk, houtwerk etc. etc, hun vaste plaatsen
worden aangewezen, terwijl tevens de straten worden
opgesomd, waar de kooplui en boeren hun wagens moe
ten stallen.
In de keuren, speciaal in die op de vleeschhouwers,
wordt telkens gewag gemaakt van het Heilig Kruis op
de Vischmarkt. In die keuren wordt o.a. gezegd: „Van
tbeest an tcruys te brengen. Item dat nyemant van de
vleyshouders eenige hoerenbeesten sullen slaen (slach
ten sij en sullen die eerst gebracht hebben aen ene pael
by theylich cruys opte marct ende die vinders (keur
meesters) ten minste heurer twee sullen die eerst besien
hebben off sij eeten ende gesond zijn ofte nyet ende die
ventbaer bevonden hebbende, sullen tselve beest een ge-
brant teycken up een van sijn hoornen stellen ende die
vleyshouders die tselve beest toebehoirt ende dat slaet
(slacht), sal gehouden wesen, die huyt van tselve beest