B»
LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW
163
en sal, dan toten huse, dair
pennincwaerde vercopen
Jan voirsz. in woent”. t)
Nu is in 1400 Jan die Leeuwe gestorven. Bij acte
van 10 September 1400 geeft hertog Albrecht aan het
Oostambacht van der Haghe o.a. het privilegie van een
eigen Vleeschhal of Vleeschmarkt. 2) „Item soe hebben
wij ghegeven ende geven onsen bueren ende luden in
den ambocht van der Haghe voirscr. geseten alle renten,
profijt ende orbair, die comen, vervallen ende verschinen
sullen van der vleyschalle in den Haghe, die Jan die
Leeuwe die goutsmit plach te hebben, in suiker manieren,
waer dat sake dat onse inwonende lude binnen der
Haghe oirbairlic ende profitelic dacht die halle te hou
den, alsoe als sij bij Jans Leuwen tijde ghehouden is, soe
soude dair of gaen tot ons dorpsbehoef sulke nutscip,
renten ende profijt als dair of quame; wair oic dat sake,
dair voir den gemenen orbair orbairliker ende profite-
liker gevonden worde, bij onsen gerechte, dat nu ter tijt
is of namaels wesen sal, dat dit halle ende dat
vleyschuys niet en ware, soe soude een ygelic vleysch-
ouwer vleysch houwen ende vercopen mogen tot synen
besten profijt ende orbair als voir Jans Leuwen tijde
geweest heeft".
Op 6 November 1407 wordt dit privilegie voor het
gansche ambacht uitgebreid. 3) In deze acte wordt dan
het octroy als volgt omschreven: „Item sullen onse
goede lude voirscr. tot ewigen dagen hebben ende vrij-
lic gebruken alle nutscip, profite ende renten, dier co
men, vervallen ende verschinen sullen mogen van ex-
sise, vleyschallen, vischmarcten, krane ende desgelijcx
tot oirbairlicheit ons gemeens dorps ende ambocht voir-
-1) Alg. Rijksarchief, Archief Leenkamer Liber V fol. 270.
2) Gemeente-archief Francijne Register fol. 3 en vlg.
3) Idem fol. 4 vs.