BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH.
168
buyten den
de oostzijde
voors.
de west-
de steenen
een keur van 22 Januari 15741), waarop we nader terug
komen als we het Spui als haven van Den Haag bespre
ken, ordonneert de magistraat „bij advyse van den com
missarissen upt stuck van de politie 2), dat soe wye hem
generen wil met visch te venten ende buyten den Haege
te seynden, tselve voortaen sullen doen aen
sijde van de Spoye over de zuytsijde van
brugge naer tPadtmoes toe, omme alsoe met heur leedige
vischwagens voorts te mogen rijden deur tPadmoes
ende die visch van de voorn, westzijde van de Spoye te
bereyden ende schoon te maecken omme
Haege te seynden, ten eynde die straet aen
van de Spoye ende twater tusschen die voors. capelle
(n.l. de Vischkapel) ende houtte brugge (d.i. de houten
brug tegenover de latere Kalvermarkt) te bet gevrijt
mach werden
Tot 1587 is ook de Vischmarkt tusschen het Gouden
Hoofd en de Veenestraat in stand gebleven. In dit jaar
kocht de Magistraat twee huizen en erven, gelegen aan
den noordoosthoek van de Schoolstraat (Papieren Re
gister fol. 112). Deze huizen werden afgebroken en
daarvoor in de plaats kwam de nieuwe Vischmarkt, die
nu nog in gebruik is.
De kerkmeesters der Groote Kerk hadden tot nog toe
steeds elk jaar de helft van de opbrengst van de huur
der vischbanken gekregen voor onderhoud van het
kerkgebouw.
Sedert 1592 wordt echter door schout, burgemeesters
en schepenen als opperkerkmeesters bepaald, dat van
Gemeente-archief O.a. 1361 I fol. 106 vs.
a) Men zie over deze commissarissen het hoofdstuk over het
scheepvaartverkeer vóór 1592 en in het hoofdstuk over de inwoners
de samenwerking van de Magistraat met hoogere bestuurscollege’s in
het belang van alle bewoners.