BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH. 174 metselaers op peyne, dat men sulcken werck bij den met- selaer gemaect, voer goedt nyet opnemen en sal ende de boete van XX stuvers”. ,,Die van den Hage sullen een yegelick furneren van straetsteen ende vuytleveren ende vercoopen elcke tonne voer drye stuvers nyet jegenstaende deselfde steen den Hage gecoft heeft over de vijff stuvers de thon.” „Des en sal nyemant zijn straten moegen deurspecken mit dropsteen, backsteen ofte andere steen mer sullen die moeten doen repareeren mit harde cassysteen ende die wangen van de straten sullen zij moegen doen maecken mit harden dropsteen." Vonden wij in 1560 nog dat de gezworen straatmakers uit Delft en Leiden hier de straten kwamen maken, in 1567 wordt van een „gesworen straetmaecker” door de Magis- straat aangesteld, gesproken, nl. Quirijn de straatmaker. Maar heel veel nut en pleizier blijkt de Magistraat van dezen eersten straatmaker niet te hebben gehad. Hij roer de zich nog al in de woelige dagen van den beelden storm 1en reeds in het begin van 1567 schijnt hij het geraden te hebben geacht, plotseling uit Den Haag te verdwijnen, zijn pas begonnen werk in den steek latend. Vandaar dat op 22 Februari 1567 de Magistraat or donneert 2) ,,alzoe Quirijn de geswooren straetmaecker van den Hage hem fugityff gegaen heeft uyten Hage latende de begonste opgekeurde strate achter tSacraments- gasthuys leggen sonder die voorts op te maicken vol gende tnyeuwe besteck ende concept dairvan met hem ge- maict is ende overmits de straten deur den Hage seer gebroecken werden ende dagelicxs vergaen, soe ist dat die van den Hage voor deze reysse ende tot anders dairinne versien sal wesen, toegelaten hebben ende laten toe mits Zie J. Smit, Den Haag in den Geuzentijd, blz. 94. 2) Gemeente-archief O.a. 1361 I fol. 15.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 182