BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH. 180 genaeden alleenlick tot heuren gerief ende vordernisse die vootscr. Beecke hebben doen graven ende maecken ende dat daeromme twaeter van denselven Beecke be boert zijnen vrijen loop te hebben sonder eenige stop- pinge daerinne te doene ofte maecken in eenigher ma nieren”. Zij bevelen daarom „aldaer boomen, vuytsteken van erven, platen, timmeringhen, stoupen ende pishuysen ter- stont binnen drie daghen nae der publicatie van desen off ende ontruyminghe daer van te doen”. Maar dit is nog niet genoeg. Zij bevelen voorts „van weghen als boven, dat nyemandt wye hij zij ende by- sonder diegheene, die woenende zijn up de voornoemde Beecke, dat zij van nu voortaen gheen leeren koehuyden ofte clederen en spoellen of en wasschen in de voorscr. Beecke ende desgelyks alle andere, wye sij zijn ende om trent deselve Beecke eenige vuylnisse, assche ofte anders aldaer brenghen, bevelende voorts alle dieghene, die loy- huyssen staende hebben uptie voorscr. Beecke, mitsgaders die leertouwers ende cleervolders, dat sij aldaer van nu voortdaen nyet meer en wercken van heuren ambachten ende dat zij heure stoupe terstont mede afbreecken”. Dit schijnt nog niet afdoende geholpen te hebben. Tusschen 1498 en 1559 vinden we nog herhaaldelijk, dat er kwestie's rijzen tusschen de Magistraat en bewoners van het Achterom, de Hoogstraat en het Noordeinde over het schoonmaken van de Beek, die volkomen ver vuild is. De inwoners, wier huizen grenzen aan de Beek, zijn verplicht te zorgen, dat de Beek in behoorlijken toe stand blijft. Hierover handelt b.v. de acte van 20 Sep tember 1508 t) Zoo is daar ook de acte van 3 Augustus 1534 2waarop we zoo aanstonds, bij de bespreking Gemeente-archief Papieren Register fol 12 vs. 2;) Idem fol. 13.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 188