LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW
185
straeten sal leggen ofte doen leggen dan tsaderdaichs
ofte alle heilichavonts nae den noen omme tselfde van
dien avont wech gebrocht te wordden: dan sullen alleen-
Heken binnen der weecke hair slick mogen veeghen twee
voet boven de goete ende houden tselfde slick daer leg
gen sonder tselfde midden opter straeten te leggen ende
wyens slick anders opter straeten gevonden wordt, die
sal telcke reyse verbeuren V st.”.
Er is dus een ophaaldienst van vuil alleen des Zater
dagsavonds en op den avond vóór een heiligendag. Dan
alleen mag men zijn huisvuil midden op straat leggen; op
andere avonden moet men het vuil twee voet van de goot
afleggen.
Het wegbrengen van het vuil was echter geen zaak
waarvoor de Magistraat zorg droeg. We zullen straks
zien, dat dit een zaak was van de buren in elke buurt.
Verder wordt nog bepaald, „dat noch alle die gheene
die leege huyssen hebben staende in den Hage sullen ge
houden wesen alle weecke tsaterdaichs ofte heylichavonts
haer goeten ende straeten schoon te maicken ende die
vuylnissen van haere goten ende straeten over hopp te
leggen des avonts van April aff tot October voir acht
vuyren ende van October weder tot Aprille voir vier
vuyren opte verbeurte van V st.”.
Ook wordt een iegelijk streng verboden „gheen assche
nochte vulnisse te brengen voir aen off opt kerekhoft, bij
tHeylige Cruys opte Vismarct, bij tGouden Hooft, after
Sinter Nyclaesgasthuys, int Stincksteechgen bij Sincte
Elysbetten Susterhuys ofte bij off an eenyge bornputte in
den Hage ende dat opte boeten van drie ponden”.
De bornputten, de putten, waaruit drinkwater geput
werd, moeten helaas ook tegen verontreiniging beschermd
worden. Want op 10 Mei 1538 x) moet nog eens „van
H Gemeente-archief O.a. 1358 fol. 90 vs.