BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH.
200
Gemeente-archief O.a. 1359 fol. 107 vs. en vlg.
Een stap in de goede richting doet de Magistraat in
1570. Dan is de Magistraat tot het besef gekomen, dat
althans voor de eerste avonduren, dat zijn de uren voor
negen uur 's avonds, een betere verlichting noodzakelijk
is. Onze voorvaderen gingen in dien tijd zeker om negen
uur naar bed, want na negen uur wordt straatverlichting
nog niet noodig geoordeeld. Deze verlichting komt tot
stand op kosten van de inwoners.
De lange titel van de uitgevaardigde ordonnantie luidt
als volgt x): ordonnantie omme tsavonts licht langs strae-
ten te hebben alst gheen claere maneschijn es, is van Al-
reheyligen tot Vastenavont van tsavonts te vijff uren tot
negen uren toe; voorts van Vastenavondt tsavonts te
zesse tot negen uren toe ende in den nachten als men die
gildemisse ende kersmisse doet ende dit met tonderhou-
den van de naebescreven vrouwen- ende lichthuyskens
alhier in den Haeghe opte navolge wijcken ende houcken
van den straet ende elders voor den grooten herbergen
alhier opte boeten van III elcxs te verbeuren”.
Alleen dus in de nachten, wanneer er bijzondere mis
sen moeten worden bijgewoond, zal er straatverlichting
zijn en verder ’s winters van vijf tot negen uur en na
vastenavond van zes tot negen uur, als het geen heldere
maan is.
Waarin bestond nu die straatverlichting? „Item eerst
zullen gehouden wesen alle wijn ofte andere groote her
bergen te houden voor heurluyder huyssen een lantaeren
met licht tzij voor haerluyder deuren hanghende, ofte
boven heurluyder deur ofte veynstercasijn ofte glaesen
te doen maecken ende daer in te houden ende te doen
onderhouden kaerslicht den voorsz. tijt geduyrende opte
voorsz. boeten”.