LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW 201 te lichten 1) Zie o.a. rekening over 1638 fol. 416. Verder beveelt de Magistraat te doen aanbrengen drie en dertig lantaarns op hoeken van straten, aan kapelle tjes, aan groote gebouwen etc. 't Is merkwaardig om na te gaan de voornaamste plaatsen, waar lantaarns zouden gehangen worden. Zoo „int Heylich Cruyscapelleken opte marct”, „in den lantaeren voor den Cruysdraeger opt Kerckhoff”: op een van de hoeken van de Jan Hendricx- straat, op een van de hoeken van de Vleer- of Lorre- straat, op den hoek van de Sint Anthoniskapel op den Geest, op een van de hoeken van de Nobelstraat, Geest of Torenstraat, op den hoek van de Lombard, op den hoek van het huis, „genaempt tVeghevyer” achter het Stadhuis, op den hoek van de Lapstraat aan het huis In den Helm, hoek Molenstraat, in het Noordeinde voor het huis van Jan Hanneman, op den hoek van het kerk hof van de Predicaren, binnen voor den ingang van de Gevangenpoort „vuytsteeckende onder tverwelfsel”, aan de Zuidpoort van het Hof naar het Spui, aan den oost hoek van de Vleeschhal, op de Weversplaats (kruising Spuistraat - Vlamingstraat - Veenestraat - Wagenstraat), hoek Spuistraat-Volderslaan, in het kapelletje op de Vol- derslaan, op het Spui aan de steenen brug voor de Vol- dersgracht, in het Zuideinde aan de Wagenbrug, in het Padmos voor het huis van Cornelis Barhoutsz., Vlaming straat hoek Raampoort „om te lichten in de Nyeuwe- straet”, bij het Sint Elyzabethszusterhuis „om in de Scoolstraet”. Een enkelen keer lezen we in de rekeningen van de tresorie van Den Haag dat degene, die deze lampen ver zorgt van de Magistraat een nieuwjaarsfooi krijgt1), maar uitbreiding van de verlichting heeft er in de vol gende jaren niet plaats. Tot de Sociëteit de zaak beter

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 209