BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH. 212 watertoevoer van de Beek in de 14e en 15e eeuw zoo groot kon wezen. Het Spui bestond reeds in 1323, blijkens een bij De Riemer1gedrukte acte, die het vermeldt. Blijkens de rentmeestersrekening van Noordholland is het Spui om streeks 1344/1345 doorgetrokken naar de Vliet en zoo kwam de verbinding te water tot stand met Leiden, Delft en Rotterdam en verder gelegen plaatsen. 2) Daarna is het herhaaldelijk verbreed en uitgediept. Wat het passagiersvervoer betreft herhaaldelijk lezen we in de rekeningen der grafelijkheid dat de graaf of de gravin scheep gingen van uit Den Haag naar Gel derland of naar Zeeland, met hun gevolg; ook andere personen zullen reeds toen per schuit gereisd hebben, al hooren we pas in de 16e eeuw van geregelde veren op Delft en andere plaatsen. Maar meer dan voor passagiersvervoer werd het Spui gebruikt als haven, waar goederenschuiten aanleg den en gelost werden. Allereerst voor de markten. Dit was vooral het geval toen in 1573 de Korenmarkt verplaatst was naar de oost zijde van het Spui en in dat jaar de vaart naar het West land was klaargekomen3), waardoor het mogelijk was, dat de boeren uit het Westland hun graan en hun groen ten per schuit aanvoerden. Maar om de beteekenis als haven van het Spui goed te begrijpen, diene men in het oog te houden, dat de be woners van Den Haag steeds verplicht zijn geweest hand- en spandiensten te verrichten voor den graaf en de grafelijke huishouding. En tot deze diensten behoorde I blz. 93. 2) fol. 5. Aangehaald in mijn studie in het Jaarboek 1924, blz. 134 noot 2. 3) Zie het hoofdstuk over de Korenmarkt in deze studie.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 220