BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH. 214 -1Gemeente-archief. Papieren Register I fol. 33 vs. meesters ende craenkinderen als van ouden haercommen, alsoe de proffijte van dien toecompt de prochykercke van den Haege”. Het Spui als havenbuurt. Dat het Spui reeds in het begin der 16e eeuw een voor Den Haag reeds vrij drukke haven was, wordt in het bij zonder geïllustreerd door het feit, dat het Spui de allures aannam van alle havenbuurten, er verrezen n.l. allerlei schipperskroegen, waar zwaar gedobbeld werd en allerlei verdachte logementen en bordeelen, nog wel vooral ge ëxploiteerd door de dienaars van den procureur-generaal van Holland en van den baljuw zelf. Vandaar dat „de gemeene buyren van de Spoye” in 1539 aan het Hof van Holland het verzoek richten in deze wantoestanden in te grijpen1). Het Hof hoort de „supplicatie” aan van de bewoners „sich hoochlic becla- gende dat dair dagelicx menige oneerlicke taverne ende herberge van bordeelen gehouden werdt bij den dienaers van den procureur-generael van Holland ende oick van den bailliu van den voorscr. vlecke van den Hage, dair deur ende die menichfoldige excessen van vechten, kij ven, slaen ende onmanierlycke ende spijtighe woorden te spreecken ende anderssins soe wel bij dage als oick bij nachte de voergenoemde gemeene buyren ende hueren kinderen, weesende van goeder fame ende renomee oick mede de varende ende passerende man, soe dair een groote passaige valt, grootelicken gescandaliseert wer den ende versouckende dairomme tot gemeenen eeren, welvaert ende goeden exemple de voirscr. oneerlicke ta vernen geaboleerd, verbooden ende nyet meer getolereerd te werden”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 222