V LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW 217 wel Salomo’s oor- Gemeente-archief O.a. 1361 II fol. 14 vs. het maken van de bewoners ordonneert dat alle die gemeen veerschuyten soe wel van buyten als binnen den Hage van nu voirtaen leggen sullen aen de westzyde van de Spoeye zuytwaerts van tPadt- moes ende dat sij aldair altoes heure scuyten wel vast ge- meet sullen houden upte boeten van VI st., ten waere sij met eenyge bagaigen van onsse genadigen heere den stadthouder ofte van andere goede heeren gehuyrt wai- ren te commen lossen ofte laeden binnen de houtte brugge.” De bepaling, dat de turfschippers hun schuiten vast aan den wal moesten meren om zooveel mogelijk passage te laten, gold voor alle schuitenvoerders. ,,Item dat een yegelick wye dattet oyck zij, commende ofte vuytwillende ofte oick leggende met sceepen ofte scuyten alhier in de Spoeyevaert tot buyten den Hage toe, sculdich ende ge houden zullen wesen tselve scip ofte scuyte vast te mee- den ende die vaert te ruymen sulcx datter scepen vuyt ofte inne varende mogen passeren opte boeten van st.” J) Het uitdiepen van het Spui en het maken van de kade en de platinge was een zaak van de bewoners van het Spui. Iedere bewoner, hetzij eigenaar of huurder, was verplicht voor zijn huis het Spui te laten uitdiepen ,,tot opten ouden bodem toe om tselve Spoyewater ende de grondt te reynigen ende schoon te houden” en tevens te zorgen, dat de kade voor zijn huis in orde was, zoodat de schepen er konden meren. Vandaar dat er nog al eens twisten ontstaan tusschen de schippers en de bewoners, omdat deze laatsten be weren, dat de eersten hun platinge stuk maken, zonder in de kosten iets te moeten bijdragen. Bij zoon twist is de bijlegging een waar

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 225