LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW
221
Gemeente-archief O.a. 13611 fol. 168 vs.
Tot de ordening, die in het scheepvaartverkeer kwam,
werkte mede een besluit van de Magistraat van 22 Sep
tember 1577 1), waarbij het verkeer van de schippers op
Delft geregeld werd en tevens de prijs werd vastgesteld
voor een reis naar Delft, met een leege of een volle schuit.
Het bleek nl. dat er op dit gebied volkomen anarchie
heerschte. De schippers regelden onder elkaar hoeveel
schuiten er zouden varen op Delft, lootten er om wie met
zijn schuit zou vertrekken en konden zoodoende een zoo
hoog mogelijken vrachtprijs bedingen om daarna de
winst te verdeden. Het behoeft niet gezegd, dat zulk een
methode niet ten gerieve van de reizigers was. „Alsoe
tot kennisse van mijn heeren de gerechte van den Hage
gecomen es, dat de schuytvoerders deser vlecke op Delft
vaerende, den coopluden ende reysende man verschatten
ende onbehoorelijcken loon offnemen ende dicmaels oor
sake zijn, dat zij haer reyse nyet en connen vorderen noch
op haer getije comen tot ongrieff van de reysende man,
so ist dat bailliu schout, burgemeesteren ende gerechte,
gekeurt ende gestatueert hebben, dat de voors. schuyt
voerders van nu voortaen nyet meer om die vrachten en
sullen moeten loten ofte werpen in eeniger manieren ofte
oock eenige gemeenschap ofte accoorde met malcande-
ren hoeveel schuyten dagelicx sullen varen ende de win-
ninge ende vracht onderlinge delen”.
De Magistraat stelt dan vast, dat de reizigers naar
hun believen een schuitvoerder mogen aannemen en
tevens regelt zij den vrachtprijs, ,,maer sal de reysende
man mogen aennemen alsulcken schuytvoerder als hem
believen ende goetdunckten sal ende en sullen de voors.
schuytvoerders nyet meer mogen eysschen noch nemen
in den winter als van Bamissendach totten eersten April