LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW
223
hieruit ook te verklaren zijn, dat de leprozen
van tegenprestatie op zich genomen hadden
den Rijswijkschen weg „van de vuyterste huyzen van
Het is merkwaardig zoo juist als deze laatste kaart allerlei
bijzonderheden over Den Haag geeft. Dit is een bewijs voor haar
betrouwbaarheid. Hoe meer ik mij verdiepte in de kennis van Den
Haag vóór 1600, hoe meer deze kaart aan waarde voor mij won.
De kaart van den Heer ter Meer-Derval vermeldt dit hek niet.
Aan het einde van het Spui, tusschen Spui en Zieken,
stond een hek en dat sloot alle verkeer langs het Zieken
volkomen af. Dat hek staat geteekend op de kaart van
van Deventer; evenzoo op de kaart van 1570 van Den
Haag t). Dat hek wordt trouwens ook in verscheidene
acten genoemd. Zoo lezen we b.v. op fol. 8 van het
Cartularium van den Heiligen Geest als de bezittingen
van deze instelling worden opgesomd ,,die westsyde van
der Spoy beghinnende van den hoeck daer men Achter-
omme gaet tot teynden bij het heek.”
Ook wordt dit hek, gelijk we reeds zagen, genoemd
in de Hofboeken van 1512 en 1561. Of bij de Raa-
molen ook een hek stond, durf ik niet met zekerheid te
zeggen. Vermoedelijk wel en de kaart van van Deventer
geeft daar een teekeningetje te zien, dat wel een hek
zou kunnen voorstellen, ofschoon het ook de uitwatering
van de Laak in den Vliet zou kunnen verbeelden. Het
is me trouwens ook niet mogen gelukken om vast te
stellen of dit steeds de wandeling voor de leprozen is
geweest, dan wel dat dit sedert 1562 als hun wandeling
is vastgesteld, omdat toen ook de Rijswijksche leprozen
gelijk in het hoofdstuk over de leprozen nader is uit
eengezet in het Haagsche leprooshuis konden worden
opgenomen. Het lijkt mij echter het waarschijnlijkste,
dat dit de oorspronkelijke wandeling van de leprozen is
geweest.
Dan zou
bij wijze