LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW
225
van Delft
tleproos-
schippers op Delft en andere vrachtschippers het toch
deden. Daar konden de leproosmeesters zich niet bij
neerleggen; ze protesteeren bij de Magistraat en deze
verbiedt het aanleggen dan ook op strenge straffen en
gebiedt dat alle schuiten moeten laden en lossen in het
Spui binnen het hek.
„Alsoe de schuytvoerders van den Hage varende
op Delft ende oock andere vrachtschuyten
met hun vrachtschuyten blijven liggen voor
huys allhyer tot groot ongeryff van den burgeren ende
ingesetenen van den Hage ende oock tot groot achterdele
van de voors. leprooshuysse, die daer door verlyessen
heur aelmissen, bedrijvende oeck de voors. schuytvoer
ders in ende voor tselve leprooshuysse groote onge-
regeltheden van caetsen, speelen, dobbelen, roepen,
cijfen, vloecken ende andere ongeschicktheeden, soe ist
dat bailliu, schout, burgemeesters ende gerechte van
den Hage gekeurt ende geordonneert hebben, keuren
ende ordonneeren mits desen, dat de voors. schuyt
voerders van den Hage ende schuytvoerders van Delft
van nu voortaen mit heure vrachtschuyten sullen blijven
leggen an dese zijde van theck binnen de huysse omme
hun vracht te laeden ende te lossen ende dat op een
boete van drye pond telcken reyse te verbeuren”.
Toch schijnen de schippers de boete getrotseerd te
hebben, want tot 1591 duurde hun verzet tegen de be
paling, dat men aan het Zieken niet mocht laden en los
sen. Nu hebben we reeds gezien, dat het scheepvaart
verkeer zeer was toegenomen in de tweede helft der
16e eeuw, ’t Zal ongetwijfeld zijn bezwaren hebben mee
gebracht om steeds een goede ligplaats in het Spui te
kunnen vinden. Bovendien zal het wel een groote hin-
1) Gemeente-archief O.a. 1361 I fol. 180 en vs. 1578.
15