BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH.
226
derpaal zijn geweest, dat de schepen door het Zieken en
de Haagsche vaart niet getrokken konden worden, maar
noodzakelijk moesten worden geboomd.
Leproosmeesters klagen voortdurend bij de Magis
traat maar deze moet tenslotte zwichten voor de argu
menten van de schippers. En nu wordt door de Staten
van Holland de volgende oplossing gevonden. Zij bepa
len op 2 September 1591 x): „also schoudt, burgemees-
teren ende regeerders van den Hage ons te kennen ge
geven hebben, dat de schuytvoerders soe van den Hage,
Delf ende andere dagelijcx hoe langer hoe meer groete
insolentie, ongeschicktheydt ende onbehoorlijcke feiten
plegende sijn voor tleprooshuys van den Hage tende
rende nyet alleen tot groot ongerieff, verachteringe ende
schandale van de dagelicxe passagiers, maer oock tot
onteeringe van de gerenommeerde vlecke van den Hage
mitsgaders verdriet van de meesters van den voorscr.
armen leprooshuyse metten binnenvaeder aldaar, die
daeromme veroorsaackt zijn geweest tselfde den sup
plianten te kennen te geven, versouckende dat daer
tegens behoorlijcke ordre soude mogen gestelt worden,
twelck de supplianten nodich bevonden hebbende ende
dat sulcx den reysende man beter zoude mogen worden
gevordert ende geaccommodeert, zijluyden zekere keure
ende ordonnantie hadden gemaect, waerna de voorscr.
schuytvoerders in den Haghe wonende ofte commende
henluyden sullen hebben te reguleeren ende onder
anderen dat de voorset, schuytvoerders van nu voortaen
egheene vracht sullen mogen innemen voor tvoorscr.
leprooshuys als zij tot noch toe contrarie voorgaende ver-
both hadden gedaen, maer alleen op het Spuy altvaer zij
oock hare paerden zullen moeten inslaen, passerende
sulcx over de cade, tusschen den Hage ende tvoorscr.
x) Gemeente-archief. Francijne Register fol. 215 en vlg.