BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH.
232
beide plaatsen, waarbij er zoowel een winterdienstrege-
ling geldend van primo October tot ultimo Maart
als een zomerdienstregeling geldend van primo April
tot ultimo September elk met een ander tarief, wordt
gefixeerd.
Deze ordonnantie is op 5 October 1598 en 5 Januari
1600 1) nog eens bevestigd en uitgebreid in dezen zin,
dat de schippers elk half jaar hun consent moeten laten
vernieuwen en dat ook de knechts van de schippers
moeten compareeren voor de Magistraat om een con
sent te kunnen verkrijgen om den schipper te kunnen
vervangen, mits zij daartoe door de Magistraat be
kwaam worden geoordeeld.
Op 19 October 1596 2) wordt in een uitvoerige or
donnantie ,,opt leggen van de lege schuyten in de Spoye
ende in de grachten, het leggen ende drijven van de
bakken, mishoopen te leggen ende tschevelen van de
schuyten” de taak van „die opzienders ofte Spoymees-
ters” nader omschreven.
Zij moeten er voor zorgen „dat alle ledige schepen
ende schuyten, die hun vrachten soe van calck, steen,
hout ende generalicken alles, wat zij ontladen sullen
hebben, geen vuytgesondert, tusschen de eerste houte
brugge (de Lepelbrug) ende de Cappelsbrugge gehouden
sullen wesen terstont buy ten te schieten”.
Er zullen „anders geen schuyten tusschen die voorset,
houte ende Cappelsbrugge mogen blijven ledich leggen
als die ordinaris biervoerdersschuyten, de marct-
schuyten vaerende op Amstelredam, Leyden ende Rot
terdam”. Maar ze moeten er voor zorgen, dat deze schui
ten goed vastgemeerd liggen en niet driftig worden.
De schippers, wier schepen gemeerd liggen, zijn ver-
x) Gemeente-archief O.a. 1360 fol. 232 en vlg.
Gemeente-archief O.a. 1360 fol. 213 vs. en vlg.