BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH.
236
de
en vlg. 4 Februari 1574.
de Vlamingstraat, Jan Hendrikstraat „ende voorts totten
boom teynde Westeynde, Schoolstraat en Nieuwstraat”.
Het vierde kwartier omvatte de Markt met de Gast
huisstraat, de Warmoesmarkt, Papestraat, Molenstraat,
Geest, Vleerstraat, Pastoorswarande en Torenstraat.
De klapwakers werden betaald door de buren van hun
kwartier. Elke buur „tsij geestelick, waerlick, canonicken,
eedelluyden ofte suppoosten”, zij moesten ieder elk vie
rendeel ’s jaars een halve stuiver er voor betalen. De
klapwaker moest oorspronkelijk zelf zijn loon aan de
huizen van zijn kwartier ophalen, maar als iemand onwil
lig was te betalen, mocht 'hij het bedrag binnen vier en
twintig uur doen executeeren.
De Magistraat heeft de klapwakers steeds onder
strenge reglementen gehouden. Als de klapwakers zwa
righeid maken er elk uur van den nacht op uit te moeten
gaan „als van thien XI, XII een, twee, III ende IIII uren
omme te gane mette clappe om wacht te houden langes
den Haege, immers des wintertijts van de clocke Xll
uren welcke Xlle ende oeck de clock vier uren in den
morgenstondt die principale uren zijn, dat men goede
wachte behoort te houden voor allen dieven ende quaedt-
doenden”, dan is het, dat de Magistraat ordonneert1),
bij advies van de „commissarissen op tstuck van de poli-
cie gecommitteert”, „dat die geswooren clapwaickers
nyet droncken ter waicke en sullen commen ofte in der
nacht droncken te drincken, mer die vuyren van der
nacht wel waer te nemen ende om te gaen roupen van
clocke thien uren aff tot vier uren beyde incluis sonder
eenige uren te laeten verby gaen op arbitralicken gecor-
rigeert ende geleyt te werden te water ende broode voor
deerste reyse, die tweede reyse privatie van haren arbi
trale correctie”.
1) Gemeente-archief O.a. 1359 fol. 226