15.
16.
13.
14.
7.
8.
9.
10.
BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH.
240
11.
12.
en Vleerstraat met
Spuistraat en Achterom.
Veenestraat met het geheele Zuideinde.
Vlamingstraat met de Nieuwstraat.
Vischmarkt tot Jan H endriksstraat met School
straat en rondom het Kerkhof.
Jan Hendriksstraat en Westeinde tot de Vleer
straat.
Lorrestraat Assendelftstraat)
het Westeinde geheel uit.
De Geest, de Torenstraat en Korte Molenstraat.
De Molenstraat tot de Pastoorswarande toe met
Jonkvrouw Idastraat.
De Nobelstraat van de Torenstraat af met de Pape-
straat.
Van de „Klok” af, de „Teerling” om bij de „Roos”,
de Warmoesmarkt, de Lapstraat (St. Annastraat)
en de Gasthuissteeg tot de Molenstraat toe.
Wanneer deze buurten ontstaan zijn en of ze in het
leven zijn geroepen door een ordonnantie van de Magis
traat, daarover vertellen ons de bescheiden, voor zoo
ver we hebben kunnen nagaan, niets. In elk geval weten
we nu, dat ze reeds in de 16e eeuw bestonden.
Maar al vertellen de stukken over den oorsprong
der buurten ons niets, daarom kunnen we toch met een
zekere waarschijnlijkheid wel een en ander over dien
oorsprong gissen. En daarbij kunnen we ons niet ge
heel en al vereenigen met wat gezegd wordt over de
's Gravenhaagsche buurten in het dusgenaamde artikel
in het eerste deel van de Mededeelingen van de Ver-
eeniging ter beoefening der Geschiedenis van ’s Gra-
venhage.
In dit artikel is alleen gebruik gemaakt van 17e
eeuwsche en 18e eeuwsche bescheiden. Maar in deze
eeuwen waren de verhoudingen toch wel zeer veel ver-