LEVEN IN DEN HAAG T/H EINDE DER 16de EEUW 241 de gevonden acten niet i te zijn geweest. Maar van de Magistraat als eenzelfde straat of van 16 anderd, vergeleken bij die in de 15e en 16e eeuw. De overheidszorg was in de 17e en 18e eeuw veel meer uitgebreid dan in de vorige eeuwen. We hebben nu telkens gelegenheid te over gehad om te kunnen constateeren, dat in de 15e en 16e eeuw de Magistraat in Den Haag optrad als wetgevend lichaam, terwijl de uitvoering van de ordonnantie’s en keuren opgedragen was aan de buren. We hebben dit gezien bij het maken en onderhouden van straten: de Magis traat beval, dat een bepaalde straat geplaveid moest worden; voor de uitvoering van het werk moesten de buren zorg dragen. Ja, we hebben herhaaldelijk in de keuren immers gevonden, dat ieder verplicht was de straat te maken voor zijn deur. Hetzelfde vonden we verder ten opzichte van de straatreiniging en het schoon houden en diepen van de Beek en andere wateren. Zoo moesten de buren zorgen voor de straatverlichting en. zooals we zoo juist zagen, voor de straatveiligheid ’s nachts. Verder rustte op de buren de brandweerplicht en de brandmeesterschappen in de keur van 1569 zijn feitelijk dezelfde als de buurten in de ordonnantie van 1571. Geen wonder dan ook, dat er tusschen de buren van een of meer straten een zeker verband gaat ontstaan. Wier belangen bij elkaar hooren en die in het maatschappelijk leven op elkaar zijn aangewezen, zij vereenigen zich ook. Merkwaardig is ook, dat in de oude keuren over de buurwaak de woorden „gebuyerte” en „straet” als synoniem voorkomen. Of nu de buurten in ’s Gravenhage ingesteld zijn door de Magistraat, is op grond van te zeggen. Het behoeft niet zoo het verband, dat de ordonnantie’s vanzelf tusschen bewoners van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1936 | | pagina 249