BIJDRAGEN O/H GODSD., ZEDELIJK EN MAATSCH.
256
weg, die in de acte van 1370 genoemd wordt als de oost
grens van het dorp, de laan, die gaat ,,oest bi der Heeren
hove van der Canesiën”. En deze weg voert dus volgens
de acte van 1392 noordwaarts 's Graven wildernisse in.
Dit is dezelfde weg, die b.v. in de rentmeestersrekening
van Noordhollant 1395/96, fol. 61, genoemd wordt ,,de
wech, die tusschen de Doelen ende den Coecamp gaet”.
Deze weg sluit aan op de Coman Willemslaan, die aan
de oostzijde van het Spui lag en die liep langs Korte
Houtstraat-Lage Zand-Lam Groen-Voorburgstraatje.
En zoo zijn we dan uit kracht van andere overwegin
gen en op grond van andere gegevens gekomen tot het
vaststellen van denzelfden weg, dien ik gereconstrueerd
heb in het Jaarboek van Die Haghe 1925/27 en die liep
van de Geestbrug bij Cromvliet naar Petit St. Hubert
en van daar naar Scheveningen.
In de acte van 1392 wordt uitdrukkelijk verklaard,
dat deze weg noordwaarts in de wildernisse voerde.
De meening van den heer ter Meer-Derval (Jaarboek
1932, blz. 12), dat langs de oostzijde van het Voorhout
geen oude weg geloopen kan hebben, omdat in het mid
den van de 16e eeuw in den hoek van het Voorhout,
waar later de Vos-in-Tuinstraat liep, het huis van Seraets
stond, blijkt dus niet houdbaar te zijn en in strijd met
deze gegevens.1
Herhaaldelijk is mij gevraagd geworden of de Denne-
weg in het noorden van Den Haag en de ook in de Hof-
1) Op zichzelf is trouwens de bewering, dat op de aangeduide
plaats in den tijd der Romeinen geen weg kan hebben geloopen, om
dat er in de I6e eeuw een huis gestaan zou hebben, niet erg aanne
melijk. Er liggen toch ongeveer 1500 jaar tusschen. In zoo’n langen
tijd kan er veel veranderen. We zagen trouwens, dat de weg er in
het eind van de 14e eeuw nog wèl liep.
2) Jaarboek 1925/27, blz. 16 en vlg.