DOOR
I. MAARSEN.
i
EEN JOODSCHE WERELDREIZIGER
IN DEN HAAG (XVIIIDE EEUW)
van de
Den
Een opvallende persoonlijkheid zat in de roef
trekschuit, die 26 Mei 1778 van Leidschendam naar
Haag voer. Opvallend niet alleen om het imponeerend
uiterlijk, maar nog meer om de bonte, kleurige Oostersche
kleedij, die tegen de echt Hollandsche omgeving van trek
schuit en landschap des te sterker uitkwam. De reiziger
had al vele landen bezocht, vele menschen gezien, vele
indrukken opgedaan, toen hij van Amsterdam via Leiden
en vandaar per karos naar Leidschendam in de trekschuit
was aangeland, 't Was niet le premier venu; dat kon hij
weten, die getuige was van zijn vertrek uit Amsterdam,
waar hem ongeveer 200 menschen uitgeleide deden. In
de ook in de toenmalige Joodsche wereld met roem ge
noemde hoofdstad van Nederland was Chaïm Jozef David
Azoelai 1geen onbekende. Zijn roep als geleerde van
breede ontwikkeling was hem reeds voorgegaan door zijn
werken, waarvan wel meer dan zeventig het licht zagen.2)
Geboren te Jeruzalem in het jaar 1726 had hij zich, naar de
gewoonte dier tijden, reeds als kind met de borst op de
studie der Joodsche letterkunde toegelegd. De oude rab-
bijnsche geschriften boden hem al spoedig geen geheimen
meer, zoodat hij tot volle ontwikkeling gekomen een zeer
breed veld der literatuur beheerschte. Daarvan leggen zijn